'Binnen drie uur stond er bijna twee meter water in de
wijk'
Een nooit meer te vergeten episode in
het leven van de Tuindorp Oostzaners werd de
watersnood na de dijkdoorbraak op 14 januari 1960.
Nog altijd zijn de inwoners van
Tuindorp Oostzaan trots op 'hun' overstroming.
Dat de
tienduizend bewoners van de wijk in Amsterdam-Noord in de koude ochtend van de
14de januari
1960 werden verrast door het water en moesten evacueren, wordt nu afgedaan als
'vervelend'.
De 'ongekende
saamhorigheid', die de wateroverlast onder de bevolking ontketende, vinden de
bewoners
van het
tuindorp na 35 jaar nog steeds het belangrijkste aspect van de wateroverlast.
Willem Wierstra, kapper op de Oostzanerdijk,
legt zijn schaar terzijde en toont een foto.
Alle werkers
kwamen direct van de scheepswerven in Amsterdam-Noord naar Oostzaan om hulp te
bieden.
Een boom van
een kerel, zijn laspak van de scheepswerf nog aan,
pet op z'n hoofd, loopt in zijn werkschoenen
over een
houten vlonder. Met een klein kind op blote voeten op zijn schouder.'
De door Wierstra beschreven foto is de drager van de expositie over
de Watersnood in Tuindorp Oostzaan,
die vrijdag
werd geopend door de Amsterdamse loco-burgemeester F.
de Grave. Meer dan vijfhonderd foto's,
video's en
dia's worden dit weekeinde in Het Zonnehuis in Tuindorp Oostzaan
tentoongesteld.
'Niet zozeer
om te herdenken, want het onderwerp is nog steeds actueel. Kijk maar naar
Zuid-Limburg of de
wateroverlast
in Noord-Holland vorig jaar', zegt voorzitter C. Fellinga
van het Historisch Archief Tuinstad
Oostzaan, dat
de expositie heeft samengesteld. Kapper Wierstra was
vijftien jaar toen het gebeurde.
'Ik zat nog
op school. Om half zeven begon het trammelant. Radiowagens reden door het dorp
om de
bevolking te
alarmeren. Binnen drie uur stond er bijna twee meter water in de wijk.
Ruim 2600
woningen kwamen onder water te staan, tienduizend bewoners moesten worden
geëvacueerd. In de winkel hier zat het vol, sommige mensen met de benen
op de kachel.
Het was ijskoud.' Het heeft die nacht gesneeuwd. De dijk langs zijkanaal H van
het Noordzeekanaal ligt er als een wit lint bij. In de vroege morgen rijdt
militair-chauffeur
Ed Bles met zijn combiwagen over de dijk met naast
hem legerkorporaal Boers. 'Een forse dooiplek op de
dijk', dacht hij nog.
De Legerkourier van februari 1960 beschrijft het voorval als
in een jongensboek: 'Chauffeur Bles speurt onraad, tuurt door de voorruit, gaat
op zijn remmen staan.
Wanneer ze
uitstappen en naar voren lopen, staan ze even verbluft. De dijk is weg, de
combi staat met zijn bumper boven een gat, waardoor het zijkanaal H en
het
Noordzeekanaal kolkend de 2,5 meter lage polder instroomt. Boers verstaat zijn
soldatenplicht. Raast naar een dichtbijgelegen boerderij en begint te bellen.'
De politie,
brandweer, Koninklijke Marechaussee, de onderofficier
van kamp Zeeburg.
Om zeven uur
in de morgen maakt de radionieuwsdienst melding van een 'lek in de dijk'.
In Tuindorp Oostzaan rijden
politiewagens tot de wielen in het water rond om de bevolking wakker te porren.
M. Hotman (72) kan het zich nog helder voor de geest halen.
Hij was als schilder net op zijn werk in Amsterdam-Zuid
toen zijn
vrouw hem belde en vertelde dat de wijk onderliep.
'''Kan
niet'', riep ik, ''ik kom er net vandaan''.' Op de pont naar huis zag Hotman dat het menens was.
'Het water
kwam uit de straatputten omhoog. De straten liepen langzaam vol.'
Het gat in de
dijk had toen al een breedte van tachtig meter aangenomen.
Vier miljoen
kuub water stroomde de Noorder-IJpolder binnen.
Binnen drie
uur stond tweehonderd hectare blank.
Zijn dochter
Ria was elf. Een foto van Ria en broer Kees siert die dagen de kranten.
Samen in een
hulpbootje met kat en hond.
We zouden 's
morgens naar zwemles gaan', herinnert ze zich.
Ik was
lichtelijk in paniek toen het water de gang in stroomde. Mijn broertje van acht
dacht aan de financiën:
hij bracht
het potje met het huishoudgeld naar boven.
Ik dacht aan
het eten, bracht de fruitschaal in veiligheid en begon de gang te dweilen.'
Het duurde 33
uur voordat het gat in de dijk gedicht was. 'De weinige omstanders applaudisseerden',
meldde de Volkskrant. Vier grote zuigers waren twee
weken in de
weer om de wijk, in de jaren twintig gebouwd voor werknemers van de
scheepswerven in Amsterdam-Noord, droog te pompen.
Zevenhonderd
man militaire politie met stenguns en karabijnen bewaakte de wijk tegen
plunderingen. De omliggende dijken werden afgezet met
prikkeldraadversperringen.
De gezinnen, ondergebracht bij familie, kennissen en vrienden, keren na twee
weken terug. Jur Klavers (66) en zijn vrouw Jo (63)
hadden de
zakjes kolen nog naar boven weten te brengen. Bij terugkeer stond het
serveerblad met suikerpot en koffiekopjes keurig achter de deur in de gang.
'Met het
pompen zo van het keukenblok gezogen', weet Klavers, destijds pontmachinist,
nog. 'Alles lag onder een dikke laag olie-achtige
modder.'
Het kroos zat
op en onder het behang, de bezittingen waren beschimmeld, stukgeweekt
en wit uitgeslagen.
Hotman herinnert zich dat zijn pakje brood
na het droogpompen van de polder nog achterop zijn fiets zat. 'Het was inmiddels
wel vier keer zo groot geworden.'
'Een
samenloop van omstandigheden', luidde de conclusie over de oorzaak van de overstroming.
Waarschijnlijk veroorzaakt door een gesprongen waterleidingbuis,
die ongeveer
een halve meter onder het wegdek op de dijk lag. De totale schade bedroeg
ongeveer acht miljoen gulden. De inwoners van Tuindorp Oostzaan
zeggen er
'redelijk uitgesprongen' te zijn met de vergoedingen van het Rampenfonds. 'We
waren wel toe aan iets nieuws', herinneren de Klavers zich.
Van een 'watersnood' wil niemand iets
weten in Tuindorp Oostzaan. 'Dit hier was natuurlijk helemaal niets
vergeleken
met de echte ramp in Zeeland in 1953.
Hier is
slechts een oude vrouw overleden in haar bed aan een hartaanval. Zeeland was
een verschrikking.
Maar het is
waar: je vindt je eigen leed altijd het ergste', weet moeder Hotman.
Voorzitter Fellinga van het Historisch Archief beklemtoont na 47 jaar
nog altijd de grote solidariteit tussen
hulpverleners
en inwoners van Oostzaan.
Nu nog merk
je dat die overstroming
de mensen meer tot elkaar heeft gebracht.'
Kapper Wierstra: 'De Wereldomroep stond hier voor de deur,
Tuindorp Oostzaan was wereldnieuws.
Maar het feit
dat al die mannen hun werk op de werven in de steek lieten om iedereen
te komen helpen,
heeft meer indruk op mij gemaakt.'
Copyright: de Volkskrant
Later
bij de terugkeer trof men de onbruikbaar geworden interieurs en huishoudelijke
apparatuur aan.
Een
oud-Tuindorper zei eens: "Wij zijn toen heel goed geholpen en er meestal
niet slechter van geworden."
Daarom
doet het cynische grapje dat je in die dagen in Noord hoorde wel een beetje cru
aan, want volgens sommigen werd er op Tuindorp voor het slapen gaan het
volgende
gebeden. "Geef ons heden ons dagelijks brood en ieder jaar een watersnood."
Rein
Groen heeft tot zijn dertigste in Tuindorp gewoond en woont nu alweer 30 jaar
in Brielle[ ZH ] en schrijft iets over deze tijd: Watersnood
Tuindorp Oostzaan, “Groene broden” Nadat we
een aantal dagen bij familie hadden gelogeerd kwamen we als gezin weer bijeen
op de Zuiderkruis. Dit
schip werd vanaf 1947 als hospitaal/troepenschip door
de Nederlandse regering ingezet voor troepentransporten naar en van
Indonesië. Er was plaats voor circa 1.600 manschappen aan boord in grote
slaapzalen. Nadat een deel als hospitaalschip was ingericht, kon de
Zuiderkruis ongeveer 810 personen vervoeren. Dit schip werd aangemeerd bij
de Javakade en beschikbaar gesteld voor families
uit Tuindorp. We werden verdeeld over twee hutten, één voor de vrouwen en één
voor de mannen. Een prachtige tijd brak aan. Voor mijn moeder is het de mooiste
vakantie geweest ware het niet dat men absoluut niet wist wat er bij
thuiskomst boven het hoofd hing. Voor ons was het enorme schip een enorme speeltuin. Veel van je
vriendjes en vriendinnetjes waren ook hier weer je buren. Met de bus naar school en terug en pret hebben. Voor het eten werd gezorgd en de afwas gedaan. Er waren
gezellige middagen voor de kinderen en ontspanning voor de volwassenen ’s
avonds. Op één van die middagen heb ik mijn vuurdoop als zanger gehad.
Met een driemanscombo mocht ik het prachtige Marina
van Rocco Granata vertolken. De tekst ken ik nog steeds. Na een aantal weken, het water was gezakt mochten mijn ouders en
oudere broers en zusters poolshoogte gaan nemen. Het was een enorme bende. Een decimeters dikke modderlaag op de vloer en alles klets- en
kletsnat. Uit een eerste inspectie bleek dat wat beneden was gebleven
weggegooid kon worden. Boven lagen de vier broden die mijn broertje moest halen op de
ochtend van de ramp. Vergeten mee te nemen. Ze waren helemaal groen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
>>>>>
index |
KLIK HIER voor het rapport
overstroming Tuindorp Oostzaan 1960 Bron:
Nationale Brandweer Documentatie Centrum |