Museumwoning

 

Beschrijving: Beschrijving: museumwoning_in_de_sneeuwHet eerste museum en de museumwoning in Amsterdam Noord.

 

De museumwoning is een woning in Tuindorp Oostzaan, gebouwd in 1922 door de toenmalige

Genoemde gemeentelijke Woningdienst, nu woningbouw Ymere.

De architecten waren B.T. Boeijinga en J.H. Mulder en, die in dienst waren van de gemeente.

Deze architecten hebben ook het Vogeldorp, Disteldorp, Tuindorp Nieuwendam en als laatste

Floradorp ontworpen.

De H.A.T.O. kwam achter het bestaan van de in nog oude staat zijnde woning en er ontstond

een idee om van de modelwoning een “museumwoning”te maken met als doel die voor het

publiek te openen. Dankzij de medewerking van Ymere en het Stadsdeel Amsterdam Noord

kon deze woning behouden blijven. In de woning is een slaapkamer ingericht als

voorlichtingsruimte, waar films kunnen worden getoond van het leven en werken in Tuindorp

Oostzaan en het verbonden zijn met dit dorp. Er zijn ook steeds wisselende tentoonstellingen

te zien en een vitrinekast vol met jubileumartikelen van de N.D.S.M. Mensen die de woning

bezoeken zijn enorm enthousiast, ook omdat het interieur zeer herkenbaar is uit moeders en

grootmoeders tijd.

 

De museumwoning is gevestigd op de meteorenweg 174 Tuindorp Oostzaan.

Openingstijd is de tweede zondag van de maand van 11.00 uur tot 17.00 uur.

 

Openingsdagen 2015

11 Januari

8 Februari

8 Maart

12 April

10 Mei

14 Juni

 

12 Juli

9 Augustus

13 September

 

11 Oktober

8 November

13 December

 

Voor groepen gelieve afspraken maken:         

tel: 020-6334976 Gerard van Putten(secretaris) of 020-6310661 Corry Fellinga

 

 

 

 

 

Wij kunnen uw bezoek sterk aanraden, want het is zeker de moeite waard.

Halverwege de Meteorenweg staat een huisje ingeklemd tussen twee grote gerenoveerde woningen. Vijf jaar geleden ontdekte woningcorporatie Ymere

tijdens een grote renovatie van de huizen in de straat per toeval dat het huis op nummer 174 nog helemaal in de originele staat uit 1922 was.

Wie de woning binnenstapt, gaat zeventig jaar terug in de tijd.  Ymere wilde de woning een jaar sparen en openstellen voor bezoekers.

Op initiatief van het Historisch Archief Tuindorp Oostzaan (HATO) is van het huis uiteindelijk een museumwoning gemaakt. ´We hebben twee jaar de

blaren op onze tong gepraat bij de deelraad en Ymere om deze woning te behouden, zegt Corry Fellinga, voorzitster van HATO. In de kleine achterkamer

van de Museumwoning vertelt Fellinga over de geschiedenis van het huis en het dorp. Tuindorp Oostzaan is één van de oude volkshuisvestingsdorpen

van Amsterdam. Het dorp is onlosmakelijk verbonden met de scheepsbouw, eerst met de NSM en later met de NDSM. De Gemeentelijke Woningdienst

bouwde vanaf 1922 ongeveer 1350 huizen als tijdelijk dorp en noodoplossing voor de huisvesting van arbeiders van de scheepsbouwindustrie aan de

Noordelijke IJ-oever. De woningen hadden een levensduur van 15 jaar. Alleen zeventig jaar later stonden ze er nog. Gas, warm water en een badkamer

heeft de laatste bewoner nooit gehad,´ vertelt Fellinga. ´Alles is nog net zo als toen het gebouwd werd.

In vergelijking met de andere huizen in de straat was dit huis iets ´luxer´: in een van de slaapkamers boven staat een wasbak met een koudwater kraan.

De meeste mensen wasten zich vroeger alleen ´s ochtends in een teil met water in de keuken.
In de volksmond werd deze hoek van de straat het Gouden Randje genoemd, zegt Fellinga. De dominee, de dokter, onderwijzer, vroedvrouw en de

pieterzuster (zij kwam vroeger op de scholen langs met een vlooienkam, jp) woonden hier. In de kleine achterkamer lijkt het alsof de tijd heeft stilgestaan.

De kamer is net groot genoeg voor een kleine eettafel met drie stoelen en een ouderwetse kinderstoel met potje. Over de tafel ligt een donker tapijtje met

een oud fotoboek. Op het kinderstoeltje liggen een paar kinderboekjes. In de hoek van de kamer staat een oude kolenkachel. ´De meeste spullen zijn nog

van de bewoner zelf geweest´ zegt Fellinga. Andere dingen hebben wij geschonken gekregen van mensen die van onze stichting hebben gehoord.

Het oude bruine houten dressoir hebben we gekregen van de familie Rietveld. Zij hadden aan de Asterstraat een meubelfabriek.´ 
Eén van de bijzondere dingen voor de stichting is het slaapkamermeubel boven in een van de slaapkamers. Van het bed en de twee bijbehorende stoelen

is de oorspronkelijke bon nog aanwezig. De eigenaresse van het bed bewaarde alle bonnen en rekeningen. Een dik boek met al deze papieren is het bewijs.

Op het opgemaakte bed ligt een rode wollen deken met motieven van de bedeling.
Wie vroeger weinig te besteden had, kreeg hulp van de bedeling. Aan de motieven van de deken kan je dat nog zien, legt Fellinga uit. Beneden in de

vitrinekast ligt een fietsplaatje met een gat. Iedereen was vroeger verplicht op zijn fiets een plaatje te hebben. Mensen met weinig geld kregen van de

bedeling een fiets met een plaatje. Het leuke aan het huis is dat er veel dingen in staan die je nu niet meer ziet´, zegt de voorzitster.

De stichting heeft moeite gedaan om het interieur van de woning zoveel mogelijk te laten kloppen met hoe het er in jaren 1920-1940 uitzag: het schilderwerk

is zoveel mogelijk in de kleuren van begin jaren dertig. In de keuken staan nog steeds een oud kachelfornuis, een rij gelabelde en gevulde wekflessen met

het jaar waarin verschillende groentes zijn ingemaakt en een oud boerenbont servies. Fellinga: Aan het kachelfornuis zit nog een verhaal.

We hadden van iemand een pannetje gekregen dat je op een fornuis kan zetten. We zijn toen op zoek gegaan naar een fornuis. Andere mensen doen het

andersom; zij kopen een pannetje dat je op het fornuis kan zetten. We kopen het fornuis zodat we het pannetje erop kunnen zetten.
Ondanks enkele moderne aanpassingen, zoals de verwarming en de vloerbedekking, verkeert alles nog in oude staat. ´Het huis heeft geen dubbele ramen.

Om alles toch vochtvrij te houden, heeft de woningcorporatie een verwarming aangelegd. Vooral in de winter moeten we hard stoken.
HATO hoopt dat het stadsdeel de huur van de woning voor zijn rekening blijft nemen, zodat ze de woning nog lang kunnen opstellen voor bezoekers.

Ymere neemt de huur op zich. Wij betalen de verzekering en de onderhoudskosten, zoals een schoonmaakster, reparatiekosten en administratiekosten.

We hadden graag gezien dat scholen meer aandacht besteden aan de geschiedenis van Amsterdam´, zucht de voorzitster. Eén keer hebben we hier een

schoolklas gehad. Het was net voor een zomervakantie. De kinderen waren helemaal onder de indruk van wat zij hier zagen. Ze konden maar niet geloven

dat de kinderen van toen geen bank hadden om op te hangen, maar op een stoel moesten zitten. En dat ze ook geen tv en warm water hadden.

Naar mijn idee is het goed om de kinderen van nu met hun neus op de feiten te drukken en laten zien hoe verwend ze nu zijn.´

Voorlopig moet de stichting en het Museumwoning het hebben van gewone nieuwsgierige bezoekers.

 

Slaapkamer

Keuken

De Tuin

waskamer

Filmkamer

Waskamer

 

 

>>>>> index